vrijdag 16 mei 2008

Mijn reactie op de onderwijsraad

De problemen die anderen hadden met het plaatsen van berichten op de site van de onderwijsraad heb ik niet ervaren. Het was een kwestie van klik-en-plaats. Net laminaat, zeg maar...

Mijn reactie op de stellingen is als volgt. Vast niet zo intelligent als al die andere reacties, maar ik doe mijn best.

Stelling 1.
Er is een digitale kloof in de samenleving, maar die ligt mijns inziens niet tussen de samenleving en de scholen. Scholen zijn een deel van de samenleving. En de kloof die in de samenleving ligt, ligt ook in de scholen. Iedereen met kinderen weet bijvoorbeeld dat zij digitale vaardigheden veel sneller oppakken dan volwassenen. Maar ook onder volwassenen zijn er mensen die het sneller en makkelijker oppakken dan anderen. Binnen scholen is dat net als in andere organisaties precies hetzelfde.
De vraag die je moet stellen m.b.t. die kloof is niet: “Hoe krijg ik leraren actiever?”, maar “Wat willen we onze kinderen leren?”
Met ons onderwijs willen we kinderen leren lezen, schrijven en rekenen. Maar in hun toekomstige samenleving is het wellicht net zo belangrijk om met een computer te kunnen werken en te weten wat je kunt halen (en brengen) op internet.
De inspectie op het onderwijs kijkt nu helemaal niet naar hoe ict ingezet wordt, en wat de (behaalde) leerdoelen zijn voor de kinderen. Laat de inspectie daar goede rapportage over doen, zou ik zeggen. Dat doen ze op andere gebieden toch ook.

Stelling 2.
Leraren moeten helemaal niet zelf digitale middelen willen ontwikkelen. Daar zijn ze niet voor opgeleid. Leraren schrijven ook niet zelf hun methodeboeken voor taal en rekenen. Ze zijn er om het leerproces van de leerlingen te sturen. Ze moeten vooral met leerlingen bezig zijn. De middelen moeten hen aangereikt worden. En daarbij maakt het echt niet uit of het gebruikte programma open source is, of niet.
Het zou wel een aardig idee zijn om methodeschrijvers te wijzen op betere uitwisselbaarheid van hun bestanden. Leerlingresultaten uit de ene database combineren met die uit een andere is nu nog een utopie. Als alle leveranciers van software gewoon zouden aansluiten op dezelfde database bijvoorbeeld, zou dat al veel gemak opleveren.

Stelling 3.
Er is mij verteld dat uitgevers geen poging doen om een gezamenlijke leerlingendatabase te ontwikkelen omdat ze dan beschuldigd zouden worden van kartelvorming. Dat lijkt me wel een probleem dat de overheid dient op te lossen. Het zou (basis)scholen veel werk uit handen nemen als er maar een database te beheren valt waar alle methodes op aansluiten. Het is maar een voorbeeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten