maandag 13 oktober 2014

5 vragen over onderwijs (die te weinig gesteld worden)

Op duurzaamonderwijs.com stelden de auteurs begin september 5 vragen over onderwijs die te weinig gesteld worden. Daar kun je het mee eens zijn of niet. Je kunt antwoorden willen krijgen of niet. Daar gaat het niet echt om. Het gaat om het idee dat het goed is om vragen te stellen bij de manier waarop onderwijs wordt vormgegeven. Daar kan het onderwijs volgens mij alleen maar beter van worden. Als je íets moet zien te voorkomen, is het in mijn ogen wel dat je de dingen doet op de automatische piloot; zonder erbij na te denken.
Geïnspireerd door bovenstaande post wil ik ook vijf vragen op een rij zetten waarvan ik vind dat ze te weinig gesteld worden.

1. Waarom organiseren we (basis)onderwijs in klassen van 20 tot 30 leerlingen met 1 meester of juf?
De huidige gangbare manier van organiseren is dat je een groep kinderen een begeleider toewijst en dat die begeleider eerste en eigenlijk enige aanspreekpunt is voor die kinderen gedurende de lessen. Als die begeleider bezig is met een ander kind, dan kun jij niet aan de beurt zijn. Als je geen interesses deelt met die begeleider, dan heb je pech. Dat doen we omdat we dat nou eenmaal 'altijd zo gedaan hebben'. Denk ik. Maar waarom eigenlijk? Waarom organiseren we dat zo?

2. Waarom is de oppervlakte (ruimte) die we per kind beschikbaar stellen zo beperkt?
In nieuwbouw van scholen wordt, geloof ik, gerekend met zo'n 3,5 vierkante meter per leerling. Daar zit de oppervlakte van de gangen en hallen bij. In een klas forceren we kinderen te zitten aan een tafeltje van nog geen vierkante meter. De hele dag. Waarom?
De regels voor kantoormedewerkers zijn veel ruimer bemeten. Ik heb daar zelf niet zo'n verstand van maar als je er een zoekopdracht op los laat, krijg je zoiets. Waarom geldt dat voor kantoormedewerkers wel en voor kinderen in ontwikkeling niet?

3. Waarom willen we iedereen hetzelfde leren met een focus op rekenen en taal?
Met opbrengst gericht werken richten we ons eigenlijk vooral op de opbrengst van rekenen en taal. En uiteraard is dat belangrijk. Dat zal ik niet ontkennen. Het heeft iets te maken met zelfredzaamheid in deze samenleving waardoor jouw kansen op een lang, comfortabel en gelukkig leven toenemen. Toch moet er meer zijn dan uitsluitend een focus op deze meetbare prestaties. Als ik even naar mijn eigen kinderen kijk, dan wil ik uiteraard dat ze leren lezen, schrijven en rekenen. Maar ik verlang vooral van ze dat ze leren nadenken. Dat ze leren hun eigen richting te kiezen. Dat ze leren vertrouwen op hun eigen oordeel en op hun eigen kunnen. Dat gaat veel verder dan een focus op rekenen en taal. Het is goed om mensen in hun kracht te zetten. Het is goed om je eigenheid te ontdekken. Weten waar je goed in bent en waar je hulp bij nodig hebt. En dat geldt zeker voor kinderen die nog volop in ontwikkeling zijn. Waarom willen we dan toch dat iedereen tenminste 'het gemiddelde' haalt? (Dat kan trouwens per definitie niet...)

4. Waarom vangt het leren lezen voor ieder kind aan in groep 3?
Nog zo'n vraag. Deze is voor mij vrij nieuw, overigens. Eigenlijk pas sinds ik zelf kinderen in die leeftijd heb. En sinds één van die kinderen meer moeite met (technisch) lezen blijkt te hebben dan verwacht. We noemen hem inmiddels gekscherend een dieselmotor-lezer. Hij komt wat langzaam op gang. Maar als hij straks eenmaal de slag te pakken heeft, zal het wel loslopen. Als ze bij hem een beetje later waren gestart, had hij het misschien vanaf het begin leuker gevonden. En was hij er gemotiveerder voor geweest. Misschien.
Maar er zijn ook kinderen (een vriendinnetje van mijn dochter bijvoorbeeld) die al kunnen lezen in groep 2. En toch moeten zij in groep 3 gewoon meedoen met de rest. Ja, wel met lesstof uit de methode voor de zogenaamde betere lezer. De vraag is of deze kinderen die hele methode wel nodig hebben. Geef ze een boekje en een compliment dat ze al zo goed kunnen lezen en ze gaan wel.
Nee, ons onderwijs zegt dat groep 3 draait om leren lezen. En dat 'moet' met een goedgekeurde methode. Daar, op dat moment in het leven van een kind moet het gebeuren. Maar waarom eigenlijk?

5. Waarom beginnen scholen om 8.30 uur?
's Ochtends presteer je beter. Zeggen ze. Maar hoe zit dan dan met het verschil tussen ochtend- en avondmensen? Van ochtendmensen kun je verwachten dat ze het 's ochtends beter doen. Maar zo werkt dat toch niet met avondmensen? Er zijn genoeg kinderen die 's ochtends lang(er) nodig hebben om helemaal op gang te komen. Ook onder de kinderen die niet te laat naar bed gaan. Waar is die starttijd van half negen op gebaseerd? Krijgen we het anders niet georganiseerd? Waar komt dat vandaan en waarom houden we daar zo star aan vast?

Dit zijn mijn vijf vragen over onderwijs. Ik daag je bij deze uit om ook vijf vragen te stellen. Wat zijn jouw vragen?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten